Met VSTi (letterlijk: Virtual Studio Technology instrument) worden plug-ins bedoeld waarmee je allerlei gedigitaliseerde muziekinstrumenten kunt bespelen. Die instrumenten zijn er in twee soorten. De ene soort brengt geluid voort via generators, net als bij oude synthesizers. De andere is van het sampler soort, waarbij elke toon die je speelt afkomstig is van een echt instrument, waarvan alle noten apart zijn opgenomen en gedigitaliseerd. Of de sample is een stukje muziek (beat of loop) welke op gezette moment gestart kan worden.

Instrumenten met gesampelde geluiden hebben nogal wat intern geheugen nodig, maar het grote voordeel is natuurlijk dat je ze kunt gebruiken om midi (alleen maar computerbits) om te zetten in echt geluid. Zo kan je met je keyboard (met midi-uitgang) deze instrumenten bespelen alsof het een levensecht instrument is. Ook kan je zo’n instrument inzetten om een al bestaand midibestand af te spelen. En zelfs is het mogelijk om alleen al door het ‘intekenen’ van noten in de piano-roll (zie: Midi opnemen) deze instrumenten aan het spelen te krijgen.

Het geluid van hedendaagse virtuele instrumenten is vaak niet van echt te onderscheiden. Vooral elektronische instrumenten doen het goed. Maar om een natuurgetrouw geluid te produceren is het wel zaak om natuurgetrouwe midi-input te leveren. Een saxofoon klinkt bijvoorbeeld anders op een keyboard dan als er werkelijk op geblazen wordt. Daarom zijn er ook speciale midi-interfaces zoals wind-controllers ontwikkeld, waar je echt op kunt blazen maar die wel digitale informatie nodig hebben om tot klinken te komen.

Ook drums worden realistischer als niet elke slag het zelfde aanslagvolume heeft. Ook daar is het nodige op gevonden.

Tip: Heeft je computer moeite om al je virtuele instrumenten tegelijkertijd af te spelen? Dan is er goed nieuws. Veel DAW’s bezitten de mogelijkheid om een spoor te ‘bevriezen’. Hierbij wordt de midi-informatie tijdelijk omgezet in audio-informatie, zodat het midi-instrument niet langer in het geheugen geladen hoeft te worden wat veel processorkracht kost (wel natuurlijk het instrument zelf uitzetten daarna).Wil je later iets aan het spoor veranderen, dan kun je het spoor gewoon weer ‘ontdooien’ en… het instrument doet weer zijn midi-werk als tevoren.